Over de kruiwagenmars

Boeren, burgers en overheden staan voor nogal wat grote uitdagingen: CO2, stikstof, water, klimaat en gezondheid. De kranten berichten er dagelijks over. Boeren en natuur worden bedreigd in hun bestaan, het klimaat verandert, burgers zien oplopende prijzen en een lagere kwaliteit van het voedsel. 
Als we de bodem centraal stellen kunnen we meerdere problemen werkenderwijs en gelijktijdig oplossen. Waarbij burgers, boeren én de natuur allemaal winnen.

Daarom lopen we van 24 t/m 31 mei van Zundert naar Brussel om te pleiten voor levende bodems als gezamenlijke start van de oplossing en perspectief voor de jongere generatie. We laten zien dat we dit SAMEN willen: boeren, burgers, onderwijs, artsen en bestuurders. Gezamenlijk kunnen we in 5 tot 7 jaar tijd hele grote stappen maken en daarmee 2030 halen.

Manifest kruiwagenmars naar Brussel

Het doel van de Kruiwagenmars

Boeren, burgers en hun overheden staan voor veel en grote uitdagingen rondom landbouw en voeding zoals CO2, stikstof, water, biodiversiteit, klimaat en gezondheid van bodem en mens. De media gaan er dagelijks over. Boeren en natuur zitten elkaar nu onnodig in de weg, het klimaat verandert heel snel, de voedselprijs wordt rap hoger en de kwaliteit van voeding baart zorgen. Zorguitgaven rijzen de pan uit. Mensen worden wel ouder maar het aantal gezonde jaren neemt niet toe.

Wij pleiten in dit manifest om de bodem leidend te maken in landbouwbeleid en landbouwpraktijk. Dat draagt bij aan gezondheid via volwaardige voeding en er worden meerdere problemen tegelijkertijd opgelost: stikstofoverschot, waterkwaliteit en -berging, bodemdegradatie en voedselkwaliteit. Oplossingen waar burgers, boeren én natuur allen bij winnen. Met de kruiwagenmars laten we zien dat we deze weg SAMEN willen: boeren, onderwijs, zorgprofessionals, bestuurders en burgers. De bodem kan ons verbinden in een periode van transitie.

 

Bekijk het manifest:

→ Kruiwagenmars – Manifest – NL
→ Kruiwagenmars – Manifest – EN

Wat wij vragen van de overheden

  • Zet beleidsinstrumenten in op een ‘levende bodem’ met toekomst voor de landbouw, die volwaardige voeding voor gezond leven levert. Op bedrijven die worden omringd door vitale natuur.
  • Neem levende bodems als uitgangspunt om de klimaat- en stikstofdoelstellingen te behalen. Zet een wezenlijk deel van het EU landbouwbudget in op die stip op de horizon.
  • Stel bij elk besluit dat de land- en tuinbouw betreft de vraag: Wat is de invloed van dit besluit op bodembiologie en bodemvruchtbaarheid en de mogelijkheden van de boer of tuinder om die blijvend te verzorgen?”
  • Geef boeren ruimte voor hun vakmanschap door zelf te kunnen bepalen hoe de doelen worden bereikt: ga van middelvoorschriften naar doelvoorschriften.
  • Benut kennis en ervaringen van de vele boeren die al op een bodemverzorgende manier werken en bodemdeskundigen die hierin thuis zijn. Samen onderzoeken, leren, vallen én weer opstaan.
  • Maak het de boeren financieel mogelijk. De zon gaat voor niets op, voor al het andere moet de boer betalen. Natuurinclusief boeren kan niet meer alleen op basis van vergoeding voor gederfde inkomsten, de basis van veel huidige subsidies. Betaal de boer volwaardig als ondernemer voor de diensten die hij levert zoals landschapsbeheer, waterberging, koolstofopslag, stikstofbinding, schone lucht of het delen van kennis. Vergoed ook de kosten die voor de transitie nodig zijn want het is niet alleen hun transitie maar die van de hele maatschappij. Het verdienmodel vraagt lange termijn visie.
  • Zorg dat gezond en vers eten toegankelijk is voor iedereen. Dat verdienen we aan uitgespaarde zorgkosten terug. Zorg daarbij dat de boer-in een correcte prijs krijgt en elke burger de nodige ondersteuning en opleiding krijgt om het belang van gezonde voeding te waarderen. Combineer True Pricing en marktregulatie om gezonde voeding in de winkel en de catering voorrang te geven. Zorg voor een sociaal economisch bestel waarin ook de financieel zwakkeren in de samenleving over gezonde voeding kunnen beschikken.
  • Zet lokale voedselinitiatieven in om burgers bewuster te maken van het belang van gezonde voeding. Zorg voor onafhankelijke voedingsvoorlichting en workshops op scholen, want daar wordt de basis gelegd van het toekomstige consumptiepatroon.
  • Verspreid in agrarische en medische opleidingen diepgaande kennis over de relatie tussen bodem, voeding en gezondheid.
  • Het kan! Binnen 5 tot 7 jaar is er al resultaat als we het als maatschappij SAMEN doen.

 

Toelichting op manifest

 

Leve de bodem!

De mens en zijn cultuur zijn sterk verbonden met de bodem. De delta waarin we leven heeft een grote verscheidenheid aan bodems. Zo is er de cultuur van ‘naoberschap (burenhulp) op oude zandgronden met beperkte opbrengsten, en daarmee van oorsprong veel kleine boeren. Heel andere omstandigheden dan op de jonge kleigrond waar door de rijke bodem rijke boeren met veel landarbeiders ontstonden, waar een cultuur met meer standsverschillen ontstond. Het is niet meer zo expliciet als vroeger, maar op het platteland is de culturele context van de bodem nog steeds ervaarbaar.

De landbouwbodem is een ongekend bijzondere wereld met veel stoffen en organismen die in een subtiel evenwicht samenhangen. Die wereld is echter nogal onzichtbaar, in het dagelijks leven zijn we ons er niet zo van bewust. Met als gevolg dat achteruitgang van bodemkwaliteit vaak ongemerkt verloopt. De mineralenreserve van de bodem is echter wel van directe invloed op de mineralensamenstelling van onze voeding. Zelfs het microbioom van onze darmen heeft een relatie met het microbioom van de bodem.

De bodem spreekt niet in woorden. Namens de bodem vragen we daarom in een manifest dringend aandacht voor een goede verzorging en beleid die dat mogelijk maakt, zodat wij en de volgende generaties zich gezondmakend van deze bodem kunnen voeden. Investeren in een vitale bodem verdient zich terug door een betere volksgezondheid: ‘Farm-acie’ in plaats van pharmacie.

Klimaatverandering heeft merkbaar invloed op de landbouw in mediterraan Europa. Noord-West Europa heeft door de delta waarin we leven nu nog mooie landbouwbodems. Die kunnen we behouden en verbeteren. Landbouw heeft de bodem in de afgelopen decennia ook in onze regio wel onder druk gezet. De bodem gaat achteruit door intensivering en de tendens naar telen van hoogsalderende maar bodembelastende gewassen. De kwaliteit van de organische stof in de bovengrond wordt minder en de hoeveelheid organische stof in de ondergrond daalt. Dit gaat ten koste van opbrengst en bedrijfszekerheid, zeker in combinatie met meer en grotere weersextremen. Werken aan een klimaatrobuuste bodem is voorwaarde voor een bestendige landbouw.

Een andere zorgwekkende trend is de dalende voedingswaarde van onze voeding. Calorieën krijgen we meer dan voldoende binnen. Het gehalte aan voedende stoffen in onze voeding daalt echter, zowel van mineralen en sporenelementen als van complexe bio actieve stoffen. Niet alle sporenelementen in de landbouwbodem worden door de huidige bemesting op peil gehouden. Van sporenelementen die voor de gewasgroei niet belangrijk zijn maar voor de mens wel, daalt de beschikbaarheid in de bodem. Ze worden daarnaast door de overmaat aan hoofdelementen beconcurreerd. Dat draagt er aan bij dat de voedingswaarde in de producten daalt of uit evenwicht raakt. Veredeling, waarbij het streven naar kwantiteit de aandacht voor voedingskwaliteit enkele decennia op de achtergrond heeft gedrongen, draagt daar ook aan bij. De intensivering in de landbouw die decennia lang bepalend was overschrijdt nu de grens. De bodem houdt dat niet meer vol. Net als een mens kan een bodem wel even wat verdragen, maar als dat te lang duurt ontstaan kwaaltjes en op den duur een burn-out. De kwaaltjes zijn er al volop.

De maatschappij en daarbinnen de landbouw zijn bezig met een transitie. Nog schoorvoetend, maar het is wel begonnen. De onrust die de transitie in de landbouw veroorzaakt is goed voelbaar. Dat gaat veel verder dan alleen de recente stikstofdiscussie die helaas de aandacht overmatig naar zich heeft toegetrokken. Onrust en zorg betreft alle facetten van het systeem. Grondstoffen, energie, economie, werkdruk, handelsrelaties, gebrek aan waardering enzovoort.

 

Wat wij vragen van de overheden

In een transitie is het voor iedereen, burgers en boeren, bijzonder moeilijk om richting te bepalen. Het aantal variabelen is te groot en te wisselend om makkelijk op te kunnen anticiperen. Er is echter één aspect waarop anticiperen altijd zinvol is: bodemkwaliteit. Een levende, rijke en vitale bodem is een fundament waarop boeren en tuinders altijd kunnen bouwen, hoe de ontwikkelingen ook zullen gaan. Alle boeren zijn daarom bezig met de bodem. De bodem verbindt boeren uit alle vormen van land- en tuinbouw.

Daarom vragen we de overheid om maatregelen te ondersteunen die nodig zijn om een optimaal gezonde landbouwbodem te realiseren en in stand te houden. In woord, in wetten en regels én in geld. Bij elk besluit dat de land- en tuinbouw betreft moet de vraag worden gesteld:

Wat is de invloed van dit besluit op bodembiologie en bodemvruchtbaarheid en de mogelijkheden van de boer of tuinder om die blijvend te verzorgen?”

Het antwoord daarop moet zijn dat er een positief effect is. Dan zal een maatregel altijd positief uitwerken voor het toekomstperspectief van land- en tuinbouw. Onderliggende vraagstukken rond bemesting, stikstof etc. krijgen daarmee een duidelijke sturing en lossen zich daardoor op. In 5 á 7 jaren kan de bodem al een grote verbetering laten zien, wat doorwerkt in de stabiliteit van de bedrijfsvoering, de benutting van grondstoffen en de vitaliteit van de voeding.

Wij pleiten in het manifest voor het leidend maken van de bodemkwaliteit in het landbouwbeleid, om landbouw en voeding in hun samenhang te organiseren. De bodem is ook bij uitstek geschikt om boer en burger weer te verbinden. Een vitale bodem is van groot maatschappelijk én ecologisch belang.

Wij noemen in het manifest geen concrete handelingen of maatregelen die vanuit de overheid worden voorgeschreven. Generieke maatregelen passen namelijk niet in een nieuwe manier van beleidsvorming. Doelen zijn het uitgangspunt van de toekomst. Methoden uit regeneratieve, natuurinclusieve en biologische landbouw bieden handelingsperspectief, maar ook bedrijven die zich niet tot een bepaalde groep rekenen laten mooie ontwikkelingen rondom bodemvruchtbaarheid zien. Het wordt door iedereen erkend: we moeten van middelvoorschriften naar doelvoorschriften. Het lijkt lastig, maar laat ons toch die stap maar zetten!

Deze oproep wordt gedaan door boeren, burgers, onderwijs, zorgprofessionals, bestuurders , bedrijven en organisaties. Die gezamenlijkheid drukt de wens uit om de verbinding te leggen tussen de productie en de consumptie van voeding. De landbouw kan een levende bodem alleen realiseren als de maatschappij daar financieel (economie) en materieel (kringloop) aan bijdraagt. Het financiële aspect is wezenlijk. Geld is geen doel, maar het is wel een middel om de landbouw vorm te geven. De druk op de bodem en daardoor op de boeren is door de wereldhandel met lage voedselprijzen ongekend hoog. Die druk verlagen vraagt een investering, maar leidt tot een betere gezondheid en draagt positief bij aan het oplossen van de problemen die we nu ervaren. Het levert uiteindelijk op.

Het volledige overzicht van onze vragen is te vinden in het manifest. We blijven graag in contact om de ideeën in het manifest concreter te maken en de mogelijkheden te bespreken die een levende bodem voor de lange duur mogelijk maken.